In plantencellen vervullen plantensterolen dezelfde verstevigende rol als die cholesterol vervult in het celmembraan van cellen in het menselijk lichaam. Door deze overeenkomstige structuur belemmeren plantensterolen zowel de opname van het cholesterol uit de voeding, als de heropname van endogeen cholesterol dat via de gal het maagdarmkanaal heeft bereikt. Aangenomen wordt dat plantensterolen, wanneer zij de darmen bereiken, een gedeelte van het cholesterol in de micellen vervangen. Micellen staan daardoor minder cholesterol af aan de enterocyten, de cellen die de darmwand bekleden en die het cholesterol afgeven aan de bloedstroom. Als de darmen plantensterolen opnemen in plaats van cholesterol, zal de hoeveelheid cholesterol dat uiteindelijk in het bloed terecht komt een stuk lager zijn. Hierdoor daalt de hoeveelheid LDL-cholesterol in het bloed. Het HDL-cholesterol blijft onveranderd. Het cholesterol dat niet wordt opgenomen, tezamen met het overgrote deel van de plantensterolen (>95%) verlaat het lichaam via de ontlasting. Dit is een ander mechanisme dan bij de werking van statines, waarbij de cholesterolsynthese in de lever wordt geremd.
Een zeer effectieve manier om het cholesterolgehalte te verlagen door middel van dieetaanpassingen is het opnemen van 1,5-3 g plantensterolen in de dagelijkse voeding, waarbij een inname van:
- 1.5-2.4g plantensterolen per dag het (LDL-) cholesterolgehalte met 7 tot 10% kan verlagen en
- 2.5-3,0 g plantensterolen per dag het (LDL-) cholesterolgehalte met 10 tot 12,5% kan verlagen na 2 tot 3 weken. Een hoog cholesterolgehalte is een risicofactor voor de ontwikkeling van coronaire hartziekten.
Dit wordt ook door officiële instanties, zoals de European Food and Safety Authority (EFSA) en de Europese Commissie erkend. Daardoor zijn bovenstaande wettelijke, goedgekeurde gezondheidsclaims.